Paragraaf 6 Oefentoets

 

Door middel van deze Oefentoets kun je testen of je de stof van dit hoofdstuk goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'Bekijk score' en bekijk welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')

Succes!

 

Opdrachten

Vraag 1

Vraag 1. Primair moreel handelen: door de handelingen die een medewerker verricht, wordt hij allereerst zelf een moreel subject: iemand die moreel handelt.

Vraag 2

Vraag 2. Een morele vraag voor een beroepsbeoefenaar en zijn klanten: hoe kan ik de winst per verkocht product maximaliseren?

Vraag 3

Vraag 3. Een morele vraag voor een beroepsbeoefenaar en de samenleving: mag je als reclamemaker een reclame maken die door een gedeelte van de bevolking als kwetsend wordt ervaren?

Vraag 4

Vraag 4. Voorbeeld van een aspirationele code: relatiegeschenken aannemen is toegestaan tot een waarde van 50 euro.

Vraag 5

Vraag 5. De Gedragscode voor Register Marketeers is ontwikkeld door het NOB.

Vraag 6

Vraag 6. In de beroepscode van de Nederlandse Vereniging van Makelaars O.G. en Vastgoeddeskundigen (NVM) vindt men de volgende bepaling: in geval het verlenen van een dienst aan de ene opdrachtgever in strijd is met het belang van een andere opdrachtgever, treedt een NVM-lid slechts in het belang van één van die opdrachtgevers op.

Vraag 7

Vraag 7. Onoverkomelijke gewetensbezwaren: de medewerker kan het niet (meer) voor zijn geweten verantwoorden dat hij medewerking verleent aan een onethisch bedrijfsbeleid.

Vraag 8

Vraag 8. Een legitieme grond voor werkweigering kan zijn gewetensbezwaren die voortkomen uit de eigen geloofs- of levensovertuiging.

Vraag 9

Vraag 9. Proportionaliteit: de schade die aangericht wordt door het naar buiten brengen van de dubieuze bedrijfspraktijken, mag niet groter zijn dan de schade die geleden zou worden bij het niet naar buiten brengen van deze praktijken.

Vraag 10

Vraag 10. Institutioneel burgerschap speelt in de discussie over klokkenluiden geen rol.