Paragraaf 6 Oefentoets

 

Door middel van deze Oefentoets kun je testen of je de stof van dit hoofdstuk goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'Bekijk score' en bekijk welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')

Succes!

 

 

 

Opdrachten

Vraag 1

Vraag 1. Een voorbeeld van een ethische vraag in de horeca is: hoe reageer je als manager in een hotel als een klant jou vraagt om de escortservice te bellen?

Vraag 2

Vraag 2. De grootste branche- en belangenorganisaties in de horeca in Nederland is het Nederlands Horeca Gilde (NHG).

Vraag 3

Vraag 3. De Stichting Vakbekwaamheid Horeca (SVH) verzorgt het onderwijs in het vak Sociale Hygiëne.

Vraag 4

Vraag 4. Gastvrijheid betekent dat je openstaat voor andere mensen en dat je interesse hebt in wie ze zijn.

Vraag 5

Vraag 5. Vanuit moreel oogpunt moet een horecaondernemer behoeften van klanten altijd honoreren.

Vraag 6

Vraag 6. Sociale Hygiëne houdt in dat mensen in een horecagelegenheid rekening met elkaar houden en respect hebben voor elkaars lichamelijke en geestelijke gezondheid.

Vraag 7

Vraag 7. Het beleid op het gebied van Sociale Hygiëne heeft verschillende doelstellingen, waaronder: het bewustzijn van de bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid van horecabedrijven, verenigingen, club- en buurthuizen.

Vraag 8

Vraag 8. Branchecodes in de horeca worden ontwikkeld door de overheid.

Vraag 9

Vraag 9. Bedrijfscodes in de horeca omschrijven alleen de belangrijkste waarden, niet de concrete gedragsverwachtingen.

Vraag 10

Vraag 10. Door een bedrijfscode wordt duidelijk waarop partijen en personen elkaar kunnen aanspreken.