Home> Boek>Hoofdstuk 9>Paragraaf 7

Paragraaf 7 Oefentoets

 

Door middel van deze Oefentoets kun je testen of je de stof van dit hoofdstuk goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'Bekijk score' en bekijk welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')

Succes!

 

 

Opdrachten

Vraag 1

Vraag 1. Een filosofische definitie van mensenrechten is: juridische rechten die een mens heeft uit hoofde van zijn mens-zijn, ongeacht het bezit van bepaalde kenmerken.

Vraag 2

Vraag 2. Juridische rechten zijn vaak de basis voor morele rechten.

Vraag 3

Vraag 3. De Universele verklaring van de Rechten van de Mens zijn aangenomen door de Verenigde Naties in 1948.

Vraag 4

Vraag 4. Wat betreft mensenrechten onderscheiden we: integriteitsrechten, politieke rechten, filosofie rechten en metarechten.

Vraag 5

Vraag 5. Integriteitsrechten zijn rechten die bevorderen dat mensenrechten gerespecteerd worden.

Vraag 6

Vraag 6. Mensenrechten zijn inherent aan ieder individu, omdat je ermee geboren wordt.

Vraag 7

Vraag 7. Amnesty International komt in actie als bedrijven een direct aandeel hebben in schendingen van mensenrechten, bijvoorbeeld door wapens te leveren die voor onderdrukking worden gebruikt.

Vraag 8

Vraag 8. Amnesty International vindt dat MVO-beleid niet kan bijdragen aan merkonderscheiding voor een bedrijf.

Vraag 9

Vraag 9. Amnesty International vindt dat bedrijven ook een mensenrechtenverantwoordelijkheid hebben in de relatie van het bedrijf met andere actoren in de bedrijfskolom, bv. leveranciers.

Vraag 10

Vraag 10. De Global Compact was een initiatief van de toenmalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, waarin ondernemingen wordt gevraagd een partnerschap aan te gaan met de VN.