Paragraaf 8 Oefentoets

 

Door middel van deze Oefentoets kun je testen of je de stof van dit hoofdstuk goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'Bekijk score' en bekijk welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')

Succes!

 

 

 

Opdrachten

Vraag 1

Vraag 1. In het HRM-beleid spelen ethische vragen een rol, zoals: is demotie moreel te rechtvaardigen?

Vraag 2

Vraag 2. In het HRM-beleid spelen ethische vragen een rol, zoals: hoe is precies de ontslagprocedure bij een niet-functionerende werknemer?

Vraag 3

Vraag 3. Het klassieke personeelsmanagement had vooral aandacht voor de competentie-ontwikkeling van medewerkers.

Vraag 4

Vraag 4. Bij werving is het maken van onderscheid per definitie illegaal.

Vraag 5

Vraag 5. Discriminatie is het maken van een onderscheid op grond van een kenmerk dat niet ter zake doet.

Vraag 6

Vraag 6. Relevante aspecten bij functiewaardering zijn zwaarte van de functie, verantwoordelijkheden, werk- en denkniveau, impact van de functie op de resultaten van de organisatie (uitvoerend of strategisch?), etc.

Vraag 7

Vraag 7. Merit rating is de moderne vorm van functiebeoordeling.

Vraag 8

Vraag 8. Vanuit beginselethisch oogpunt is er het volgende argument bij prestatiebeloning: prestatiebeloning lokt korte-termijngedrag uit, wat ten koste gaan van de lange termijnbelangen van de organisatie. Een klassiek voorbeeld is de verkoper die alleen maar oog heeft voor een snel verkoopresultaat en zijn rol als adviseur en relatiebeheerder veronachtzaamt. Dat kan ten koste gaan van de marketing- en verkoopdoelstellingen op langer termijn.

Vraag 9

Vraag 9. De NVP-Sollicitatiecode is opgesteld door de overheid.

Vraag 10

Vraag 10. Volgens het boek slaagt HRM er niet in de zelfgekozen hoge ethische standaard altijd tot een praktische vertaling weet te brengen. Men heeft weinig oog voor de belangen van de mensen die niet in de moderne HRM-visie op de ideale werknemer passen.